Tenaamgestelde bankrekening behoort tot box 3 - Taxence

2022-08-19 21:10:39 By : Ms. Mary PPP

Bij banktegoeden is de rechthebbende op de inkomsten uit de tegoeden de rekeninghouder. Als de rekeninghouder meent dat hij niet de rechthebbende is, moet hij dat aannemelijk maken.

De vader van een man overleed op 29 november 2005. De man, zijn broer en zijn moeder waren de erfgenamen. Vader had in zijn testament moeder benoemd tot executeur. Ook had vader moeder benoemd tot bewindvoerder voor de afwikkeling van zijn nalatenschap. Bij de verdeling van de nalatenschap heeft moeder de man als executeur aan zich toegevoegd. De inspecteur legde over 2017 een aanslag op waarbij het inkomen uit sparen en beleggen was verhoogd. De man had namelijk een aantal bankrekeningen niet in zijn aangifte opgenomen, omdat hij meende slechts het beheer over die bankrekeningen te voeren. De man was het niet eens met de verhoging en ging in beroep.

Bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant is in geschil of de inspecteur het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen terecht heeft verhoogd.

In beginsel is degene die daadwerkelijk kan beschikken over het vermogen genieter van het inkomen uit dat vermogen. Bij banktegoeden is dat degene op wiens naam de rekening is gesteld, ofwel de rekeninghouder. Op de peildatum staan de bankrekeningen op naam van de man. Daarom moet de man aannemelijk maken dat die bankrekeningen op de peildatum niet tot zijn bezittingen behoren.

De man stelt dat hij slechts beheerder van de bankrekeningen is in zijn functie van toegevoegd executeur testamentair en ongewenst afwikkelingsbewindvoerder van de nalatenschap van vader. Dat standpunt gaat volgens de rechtbank uit van de gedachte dat de nalatenschap van vader pas is afgewikkeld als moeder alle overbedelingsschulden heeft afgelost. Dat standpunt is onjuist. Met de verdeling van de nalatenschap van vader op 31 december 2007 is de taak van de executeur beëindigd. Dan is onvoldoende aannemelijk dat het beheer van de nalatenschap van vader nog zou bestaan. Zeker als men bedenkt dat na de verdeling de volledige nalatenschap van vader in het vermogen van moeder is opgegaan. Daarna resteerde slechts een geldvordering van ieder van de kinderen op moeder. Volgens de rechtbank is niet aannemelijk dat de man de op zijn naam gestelde bankrekeningen houdt voor anderen. De navorderingsaanslag is terecht opgelegd.

Wet: art. 5.1 en 5.3 Wet IB 2001

Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 22 september 2021 (gepubliceerd 11 oktober 2021), ECLI:NL:RBZWB:2021:4756, BRE 20/8731

Filed Under: Estate Planning, Fiscaal nieuws, Nieuws

Ook geldt al een onbeperkte navorderingstermijn met betrekking tot verzwegen buitenlandse erfdelen, de fiscus moet voldoende contact houden met de belastingplichtige.

Een groot deel van Nederlands gulste donateurs ontwijkt belasting door middel van hun giften schrijft de NOS op basis van het onderzoeksrapport ‘Licht uit, spot aan.

Het testament van de erflater bevat een tweetrapsmaking met zijn echtgenote als bezwaarde en zijn twee kinderen als verwachters. Naar aanleiding hiervan is een geschil ontstaan tussen de echtgenote en een verzekeringsmaatschappij waarbij de erflater een levensverzekering had gesloten. In de polis zijn ‘de erfgenamen van verzekeringnemer’ als begunstigden aangewezen.

Hof Arnhem-Leeuwarden bevestigt dat een schenking door een in gemeenschap van goederen gehuwde persoon niet automatisch voor de helft is toe te rekenen aan zijn echtgenoot.

Na de onterving door hun stiefouder kunnen stiefkinderen alleen de erfenis van hun eigen ouder volledig claimen als de wederzijdse aanwijzing van stiefkinderen in het testament als erfgenaam is opgenomen in het testament.

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Mijn naam, e-mail en site bewaren in deze browser voor de volgende keer wanneer ik een reactie plaats.

Taxence is een uitgave van Sdu Maanweg 174 2516 AB Den Haag