Politiechef Ramon Arnhem ging van druktemaker naar impactmaker

2022-06-24 21:17:10 By : Ms. Echo Zhang

‘Ik kon niet het beest zijn én de slimmerik.'

Voor de deur van Laarej Gym in Utrecht staat een charismatisch uitziende man. Hij stelt zich voor als Ramon Arnhem (40), maar had net zo goed een broer van Idris Elba kunnen zijn. Arnhem heet me welkom op een plek die voor hem bijzonder is. ‘Ik kom hier lang, maar elke keer als ik er ben krijg ik kippenvel,’ zegt hij. We worden omringd door galerijflats. We staan in het midden van Overvecht, een wijk die vaak om minder positieve redenen onderwerp van gesprek is. Maar voor Arnhem is het een plek waar hij zich thuis voelt en die een glimlach op zijn gezicht tovert. ‘Kom, ik laat je binnen zien.’

Waar buiten de blikjes op straat liggen, is het binnen brand- en brandschoon. De jonge eigenaar heeft de boksschool van zijn vader overgenomen en het is duidelijk dat hij alles onder controle heeft. Arnhem en hij begroeten elkaar op een manier waaruit blijkt dat ze way back gaan. Haast verlegen legt Arnhem uit wat we hier vandaag komen doen: ‘Een fotoshoot voor Men’s Health.’ Mijn vooroordelen over hoe een politiechef die leidinggeeft aan meer 800 personen zich gedraagt, verdwijnen woord voor woord. Verwachting: een statige, autoritaire man die alleen naar ‘U’ als aanspreekvorm luistert. Realiteit: een vriendelijke, ontspannen man die al twee keer het woord ‘gozer’ in de mond heeft genomen.

Een paar minuten later lopen we via een trap naar boven, naar de trainingsruimte waar een boksring, bokszakken en wat fitnessapparaten ons opwachten. Voor de tweede keer zie ik Arnhems grote glimlach verschijnen, terwijl hij met grote stappen op de ring afstapt. ‘Als jonge gozer van 15 was ik hier al te vinden,’ zegt hij. ‘Op die leeftijd werden spieren voor het eerst belangrijk. Vooral de 3 B’s: borst, buikspieren en biceps. Dat is waar het toen allemaal om draaide.’ Binnen de muren van de sportschool was hij destijds wellicht een spierbonk in wording, maar daarbuiten omschreven mensen hem anders. ‘Echt een mannetje. Een druktemakertje. Hormonen raasden door mijn lijf en ik was voortdurend aan het kijken en vergelijken, en anderen aan het imiteren. Muhammad Ali hing aan mijn slaapkamermuur, samen met Mike Tyson. Dat waren echt mijn helden. Ali, die met humor, intelligentie, charme en verfijnde techniek de bokswereld veroverde. En dan heb je Mike Tyson, het brute beest. Die iedereen genadeloos in de eerste ronde knock-out sloeg. Dat was zo indrukwekkend op die leeftijd.’

"Ik zag iedereen zichzelf ontwikkelen terwijl ik zelf overal afgeschreven werd als een kansloze gast."

Mike Tyson hangt toevallig ook aan de muur van de sportschool. Tyson en Arnhem hebben meer gemeen dan een gedeelde liefde voor boksen. Ze ontdekten allebei op jonge leeftijd dat het leven soms bitter is én dat de man in de spiegel uiteindelijk je zwaarste tegenstander is. ‘Mijn jeugd was niet bepaald rozengeur en maneschijn. Op heel jonge leeftijd verloor ik mijn moeder, wat er enorm in hakte. Ik kwam samen met haar vriend in Leusden te wonen. Daar heb ik vier jaar gewoond, maar het was zo’n ongezonde situatie dat jeugdinstanties erbij betrokken raakten. Na veel weerstand van mijn zijde, kwam ik op 10-jarige leeftijd in Overvecht terecht, bij mijn vader en stiefmoeder.’

Het was wennen voor Arnhem om met deze achtergrond zonder veilige basis bij een onbekende man in huis te komen. ‘Ik kende mijn vader niet, noch mezelf, terwijl die traumatische gebeurtenissen ondertussen doorwerkten. En als je dan in Overvecht belandt en op school enorme leerachterstanden hebt, wordt het er niet makkelijker op. Ik was een soort sloddervos die eigenlijk geen richting had. En ik werd constant klein gehouden door docenten en mensen om me heen, wat mijn prestaties niet hielp en weer voor lage verwachtingen zorgde. Een lastige cirkel om te doorbreken, waar ook Tyson ooit mee worstelde.’ Als enige van 30 leerlingen, zakte Arnhem voor de MAVO. Hij belandde op een andere school in Lunetten. ‘Daar besloot ik dat het anders moest. Ik zag iedereen zich ontwikkelen terwijl ik zelf overal afgeschreven werd als een kansloze gast.’ Toen hij tegen zijn vrienden zei dat hij op een dag commissaris bij de politie wilde worden, werd hij keihard uitgelachen. Toch was hij niet van plan om zijn droom te laten varen.

Met veel vallen en opstaan, wist Arnhem zich met hard werken door de MAVO heen te worstelen. Met deze positieve energie op zak, wist hij het zelfs tot de HAVO te schoppen. Zijn nieuwe omgeving beviel hem zo goed, dat stoppen geen optie was. ‘Tegen alle verwachtingen in haalde ik ook mijn HBO en zat ik ineens op de universiteit. Ik heb alles eruit gehaald wat erin zat. Door me er letterlijk en figuurlijk doorheen te boksen.’ Op zijn weg naar succes, leerde hij zich beter focussen. ‘Als je het roer omgooit, kun je daar ook in doorslaan. Ineens was ik kunstgeschiedenis en filosofie aan het studeren en zat ik bij elke jongerenpartij die er maar was. Toen voelde dat misschien goed, maar alles tegelijk willen doen is slopend en niet heel effectief.’

" ik kan leren vechten als Ali, maar ik zal nooit even goed zijn als hij. Daarom kan ik me maar beter focussen op de beste versie van mezelf zijn."

Tegenwoordig is hij selectiever in de dingen die hij doet, in plaats van als een raket van hot naar her te schieten. ‘Focus aanbrengen en kijken waar je goed in bent, is erg belangrijk. Dingen doen waar je sterker en blijer van wordt,’ zegt hij. ‘Sport heeft mij daar enorm bij geholpen. Je werkt namelijk aan je doelen tijdens het trainen, waarmee je onbewust een bepaalde focus en mindset in je leven integreert. Die focus heeft direct impact op hoe je in het leven staat en op de keuzes die je maakt. Nu ben ik op het punt dat als ik te lang niet train, mijn levenskwaliteit op alle vlakken daalt.’

Gaandeweg ontdekte Ramon ook dat hij meer een Ali was dan een Tyson. ‘Ik kon niet én het beest zijn én de slimmerik. Maar dat is tegelijkertijd ook het probleem als je iemand imiteert: ik kan mijn haar knippen zoals Ali, ik kan praten als Ali, ik kan leren vechten als Ali, maar ik zal nooit even goed zijn als hij. Daarom kan ik me maar beter focussen op de beste versie van mezelf zijn. De beste Arnhem. Daar kom ik verder mee. Die drive naar verbetering trekt je op een heerlijke manier door het leven. Fitness en boksen versterken dat.’ Volgens de politiechef helpt sport om te reflecteren hoe je ervoor staat als persoon. Daarom gebruikte hij de ring als spiegel voor zijn eigen prestaties.

‘Boksen is de rekening. Want wat je erin steekt, is wat je rechtstreeks terug gepresenteerd krijgt. Soms door een pak slaag,’ zegt hij op een serieuze toon, terwijl hij zijn hand op tafel slaat. ‘Je wordt gedwongen om discipline, doorzettingsvermogen en focus te ontwikkelen. Want die ring met vier touwen is eigenlijk een soort martelkamer. Er stapt een tegenstander in die net zo hard heeft getraind als jij en maar één doel heeft: jou uitschakelen. In die vijand ontdek je je eigen gebreken, wat het gevecht confronterend maakt. Maar het heeft me enorm geholpen om mijn trauma’s te verwerken en sterker te worden.’

Na een uitgebreide toer en fotoshoot, verlaten we de sportschool. We stappen samen in zijn auto richting een eettentje in de buurt. Tijdens het rijden blikt hij terug op zijn jeugd in de wijk. ‘Ik ben Overvecht heel dankbaar. Als ik de kleuren van de flats hier zie, dan voel ik de emotie weer door mijn lichaam stromen. Dit is de plek waar mijn dromen zijn geboren.’ Aangekomen op de plaats van bestemming opent Arnhem zijn kofferbak om wat spullen achterin te leggen. Die blijkt redelijk vol te liggen met politievesten, linten, laarzen en meer. Concreet bewijs dat hij met succes zijn hart heeft gevolgd. In het eethuis vraagt Arnhem of we van plek kunnen wisselen. ‘Dat is een politieding,’ zegt hij lachend. ‘Ik zit liever niet met mijn rug naar de deur, want je weet maar nooit wie er binnenloopt.’ Ook wat betreft de rest van zijn leven houdt hij zijn vizier op open deuren gericht. ‘Ik geloof in groot dromen en groot falen. Je moet echt vooruit kunnen kijken naar de mogelijkheden die voor je liggen. En gaandeweg moet je af en toe hard op je muil durven gaan. Net als met boksen eigenlijk. Je hebt soms een flinke klap nodig om een fout niet meer te maken.’

Deze mindset zorgt ook voor een bepaalde weerbaarheid die essentieel is voor Arnhems werk. ‘Je komt in fysieke confrontaties met mensen. Soms moet je vechten voor je leven. Maar ook andere zaken, zoals trauma’s, lichamen bergen, horen er allemaal bij. Politiemensen komen meestal niet langs als er leuke dingen gaande zijn. Om dat aan te kunnen, moet je mentaal fit zijn.’ Vandaar dat hij mentale en fysieke weerbaarheid ook binnen zijn functie als districtschef uitdraagt. ‘Ik wil dat onze mensen op een plek werken waar fitheid en gezondheid centraal staan. En dat ook het werkklimaat inclusief en veilig is. Dat je je binnen de politie oké voelt om je zwakheden te delen en durft te zeggen: “Wat er laatst gebeurde, daar lig ik nog steeds wakker van.” Dat is iets wat ik de komende tijd nog graag wil verbeteren.’ ‘Daarom is mijn tip aan anderen om niet alleen te focussen op wie je nu bent, maar ook op wie je straks wilt zijn en welke impact je wilt hebben op de wereld om je heen. En dat de impact die je maakt ook blijft hangen.

"Ik ben nog lang niet uitgespeeld."

Daarom geef ik zelf bijvoorbeeld boksles aan het team, om de afstand tussen leidinggevenden en medewerkers te verkleinen. Lekker padsen in de briefingroom. Dat breekt de spanning en zorgt voor verbinding en meer gezondheid, wat superbelangrijk is. Ik wil daarmee méér zijn dan enkel en alleen een beleidsmaker.’ Een aanpak die duidelijk niet onopgemerkt is gebleven: Arnhem ontving afgelopen jaar de Global People Award voor manager van het jaar. Een mooie bekroning en beloning voor zijn harde werk en inzet binnen de politie. ‘Maar ik ben nog lang niet uitgespeeld,’ besluit hij lachend. ‘Impact maken is nooit klaar.’